Afgelopen maandag diende de staat Texas een rechtszaak in bij het Amerikaanse Hooggerechtshof tegen de staten Pennsylvania, Georgia, Michigan en Wisconsin. Het proces argumenteerde dat de wijzigingen in de kiesprocedures, een overtreding waren van de federale wetten, oneerlijk waren voor de kiezers, en geleid hebben tot ernstige fraude door het versoepelen van de maatregelen die de integriteit van de verkiezingen zouden moeten waarborgen. Texas vroeg het hooggerechtshof om de verkiezingsresultaten in deze vier staten ongrondwettelijk te verklaren.
De wet (Article II, Section 1, Clause 2 van de Amerikaanse grondwet) voorziet dat alleen de wetgevers de bevoegdheid hebben om de procedures voor de verkiezingen aan te passen en dat dit niet kan gebeuren via de rechtbanken of m.b.v. uitvoerende besluiten.
Een gelijkaardige geval deed zich voor tijdens de presidentsverkiezingen in 2000, meebepaald tijdens de hertelling in de staat Florida. Het ging toen om het duel tussen George W. Bush en Al Gore, en het Amerikaanse Hooggerechtshof oordeelde toen op basis van deze ‘Equal Protection Clause’, waardoor Bush uiteindelijk de verkiezingen kon winnen.
“Het vertrouwen in de integriteit van onze verkiezingen is heilig en het verbindt onze burgers en de staten in deze Unie met elkaar. Georgia, Michigan, Pennsylvania en Wisconsin hebben dat vertrouwen geschonden en de veiligheid en integriteit van de verkiezingen van 2020 in gevaar gebracht. Deze staten hebben de door hun verkozen wetgevers uitgevaardigde statuten geschonden en daarmee de grondwet geschonden. Door zowel de staat als de federale wet te negeren, hebben deze staten niet alleen de integriteit van de stem van hun eigen burgers aangetast, maar ook die van Texas en elke andere staat die rechtmatige verkiezingen heeft gehouden,” zei Ken Paxton, procureur–generaal voor de staat Texas, in een persmededeling op 8 december. “Het feit dat zij zich niet aan de regels van de rechtsstaat hebben gehouden, werpt een donkere schaduw van twijfel over de uitkomst van de hele verkiezingen. We vragen nu dat het Hooggerechtshof deze flagrante fout rechtzet.”
Op 9 december hebben nog 17 andere staten zich bij het initiatief van Texas aangesloten, waaronder Missouri, Alabama, Arkansas, Florida, Indiana, Kansas, Louisiana, Mississippi, Montana, Nebraska, North Dakota, Oklahoma, South Carolina, South Dakota, Tennessee, Utah en West Virginia.
“Sommige ambtenaren in de 4 gedaagde staten gaven de pandemie aan als rechtvaardiging voor het negeren van de staatswetten inzake afwezigheidsstemmen en stemming per post. Tientallen miljoenen stembrieven werden uitgestuurd in afwijking van de statutaire controles over hoe ze wettig zouden moeten worden ontvangen, geëvalueerd en geteld,” verklaarde Paxton. “Deze ongrondwettelijke handelingen, of ze nu goed bedoeld zijn of niet, hadden hetzelfde uniforme effect – ze maakten de verkiezingen van 2020 minder veilig in de gedaagde staten.”