Op 8 juli 2021 deed het gerechtshof van Novosibirsk in Rusland een uitspraak die de spirituele discipline Falun Gong op de lijst van “extremistische groeperingen in Rusland” plaatst. Daarmee is de weg vrij om beoefenaars van deze meditatiebeweging in Rusland te vervolgen.
Dit is een opmerkelijke uitspraak omdat buiten China alleen de communistische landen Vietnam en Noord-Korea Falun Gong op de verboden lijst geplaatst hebben. Rusland lijkt met deze zet een politiek wit voetje bij China te willen halen.
Falun Gong is al een tijdje in opspraak in Rusland. In 2007 werd ‘Zhuan Falun’, het literaire basiswerk van Falun Gong, op de lijst van verboden literatuur geplaatst.
Dit werd aangevochten door vertegenwoordigers van de Falun Gong beweging in Rusland en op 29 juli 2020 besliste het Hooggerechtshof van Chakassië, om niet in te gaan op de vraag om de plaatselijke tak van Falun Gong te liquideren. De eindconclusie van het Hooggerechtshof van Chakassië was dan ook dat Falun Gong “geen extremistische organisatie” was.
Deze voor de Falun Gong gunstige beslissing werd echter alsnog in hoger beroep teruggedraaid.
Op 10 november 2020 heeft het Vijfde Algemeen Hof van Beroep van Novosibirsk Falun Gong alsnog als een “extremistische organisatie” bestempeld, en haar filiaal in de Siberische regio Chakassië “geliquideerd”. De rechters beveelden tevens een “liquidatie” van Falun Gong in heel Rusland aan, waartoe zij echter niet bevoegd waren.
De plaatselijke Falun Gong vereniging is nog tegen de beslissing van 10 november 2020 in beroep gegaan bij het Gerechtshof van Kemerovo, maar op 8 juli 2021 verwierp de rechtbank van Kemerovo het beroep en bevestigde de beslissing van Novosibirsk.
Nauwe samenwerking tussen Russische anticultisten en hun Chinese tegenhangers
Falun Gong wordt al vele jaren actief beoefend in Rusland, zonder problemen te veroorzaken en de enige reden waarom het als “extremistisch” wordt bestempeld is, volgens een Bitter Winter-rapport, de nauwe samenwerking tussen Russische anticultisten en hun Chinese tegenhangers.
Falun Gong werd op 20 juli 1999 verboden in China door de toenmalige partijleider Jiang Zemin. Er waren op dat moment naar schatting 100 miljoen beoefenaars van Falun Gong in China, terwijl er naar schatting tussen de 60 en 70 miljoen actieve leden waren binnen de Chinese Communistische Partij. Deze immense populariteit zou de reden zijn geweest waarom Jiang overging tot een algemeen verbod van Falun Gong in China. Het verbod escaleerde tot een regelrechte vervolging die vandaag de dag nog steeds niet werd beëindigd in China.
Vooraanstaande Russische anticultisten zoals Roman Silantyev en Alexander Dvorkin, voeren al jaren campagne voor een gelijkaardige “totale liquidatie” van Falun Gong in Rusland.
Het besluit van het gerechtshof van Novosibirsk kwam er na intensief lobbyen tegen Falun Gong door zowel China als Russische anticultisten, onder leiding van Roman Silantyev, die Alexander Dvorkin geleidelijk aan het vervangen is als de leidende stem voor de anticultbeweging in Rusland.
Silantyev beweert een nieuwe “wetenschap” te hebben gesticht die “destructologie” wordt genoemd, en opende in 2019 een “Laboratorium voor Destructologie” aan de Linguïstische Staatsuniversiteit van Moskou. “Destructologie” zou in staat moeten zijn om te identificeren welke organisaties “destructieve culten” zijn, een label dat wordt toegepast op nieuwe religieuze en spirituele bewegingen zoals Falun Gong, maar ook op groepen van politieke dissidenten.
Silantyev noemde het besluit van Novosibirsk “een mijlpaal”. Hij beschreef Falun Gong als “de grootste sekte ter wereld” en concludeerde dat “het vanaf dit moment mogelijk moet zijn om het op het gehele Russische grondgebied te verbieden.”
Uitspraak tegen Falun Gong internationaal veroordeeld
Op 9 juli veroordeelde het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de beslissing van het gerechtshof van Novosibirsk om: “…deze vreedzame praktijk strafbaar te stellen. Russische autoriteiten intimideren, beboeten en zetten Falun Gong beoefenaars gevangen simpelweg omdat zij mediteren en in het bezit zijn van spirituele teksten.”
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken merkte op dat dit het zoveelste voorbeeld is van hoe in Rusland “…de aanduiding ‘extremist’ wordt misbruikt als een manier om mensenrechten en fundamentele vrijheden in te perken”.
“Wij blijven Rusland oproepen,” aldus het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, “om het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging voor iedereen te eerbiedigen, met inbegrip van Falun Gong-aanhangers en leden van andere religieuze minderheidsgroepen in Rusland die gewoon hun overtuigingen vreedzaam willen uitoefenen.”