In China lijkt een nieuwe trend aan momentum te winnen: tang ping, letterlijk “lig plat”. Het betreft een levensstijl die aan lijkt te slaan bij een steeds groter wordende groep Chinezen. Deze mensen willen niet langer meedoen aan de sleur van carrière maken en geld verdienen. Ze willen minimalistisch leven zonder zich druk te hoeven maken over een carrière, een huis bezitten en een familie stichten. Het is een feite een passieve vorm van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Hoewel deze mensen geen wetten overtreden, doen ze niet mee aan ‘het systeem’ en doen ze niet wat de overheid van hen verwacht.
Nu is dit uiteraard iets van alle tijden. Er zijn altijd mensen geweest die hun eigen weg zijn gegaan en niet meededen aan de mainstream samenleving. Dat dit fenomeen echter een eigen label, “tang ping”, heeft gekregen, wijst erop dat het niet langer een enkele zonderling betreft maar een aanzienlijk aantal mensen. Waar komt dit ‘platliggen’ vandaan? Er heerst een grote ongelijkheid in China. De top 1% bezit meer dan de onderste 50% van de maatschappij. De kansen op een succesvolle carrière liggen aanzienlijk hoger voor leden van de Communistische Partij en voor veel mensen is de toekomst uitzichtloos. Uit onvrede en als stil protest tegen de corruptie van de communistische machthebbers, doen deze “tang ping”-mensen daarom geen moeite meer en leggen ze zich letterlijk neer bij de situatie.
Dat de omvang van deze groep problematisch begint te worden, kan afgeleid worden uit de reactie van de Chinese overheid op het fenomeen. Met de nodige censuur en propaganda door de staatsmedia worden de ‘platliggers’ in een kwaad daglicht geplaatst. Het aloude communistische dogma dat ‘strijd’ op zich een vorm van ‘vreugde’ is, wordt uit de kast gehaald om het gedrag van de ‘platliggers’ af te keuren. Maar uit een inkomen van amper 120 Euro per maand zonder uitzicht op verbetering valt weinig vreugde te putten. Dus of deze propaganda gaat werken valt nog te bezien.