China is de grootste vervuiler in de wereld, zowel in termen van het dumpen van plastics en gifstoffen in de oceaan als met de uitstoot van CO2. In de afgelopen jaren heeft Beijing het idee naar voren gebracht om over te stappen op groene energie. Xi Jinping heeft zelfs aangekondigd op de algemene vergadering van de Verenigde Naties dat zijn land CO2-neutraal wil zijn voor 2060. Aan het oppervlak lijkt het plan iets moois, dat het milieu kan helpen. In realiteit is China’s motief voor groene energie een poging om een nieuwe tak van de markt te domineren.
China en groene energie
China heeft een grote behoefte aan olie, maar hun oliereserves zijn behoorlijk laag. Amerika heeft daarentegen enorme oliereserves, die het land macht geven in de wereld. Daarom komt het China goed uit om Amerika in een positie te drukken waarin zij hun oliereserves niet optimaal kunnen benutten. Dit is de Chinese agenda achter groene energie. De meerderheid van groene technologie wordt geproduceerd in China, waardoor het communistisch regime een dominante positie op de markt krijgt. Zo heeft China 70 procent van de globale markt voor zonnepanelen in handen, evenals een dominante positie in de markt voor windturbines.

Door de groene agenda aan te prijzen en Amerika minder olie te laten gebruiken, zal China de mogelijkheid krijgen om zijn ‘groene producten’ te exporteren naar de VS. Dus, het verhaal van de ‘slechte’ fossiele energie tegenover ‘goede’ groene energie gaat niet alleen over ‘milieubescherming’, ‘klimaatverandering’ en dergelijke. Het is ook een geopolitieke strijd, die beheerst wordt door landen die de markt van groene energie domineren tegenover olierijke landen, zoals de Verenigde Staten. China heeft ook nog een ander voordeel ten opzichte van de VS als het gaat om groene energie – slechte arbeidsomstandigheden en milieuwetten.
In de VS moeten bedrijven strikte wetgeving volgen en betalen ze hun medewerkers een goed salaris, pensioen, zorg, enzovoort. Deze bedrijven zullen op een juiste manier om moeten gaan met milieuactivisten die hen voor de rechter uitdagen voor elke vervuilende actie. In China kunnen bedrijven produceren zonder een eerlijk loon te betalen. Bovendien ondervindt men onder een communistisch regime vrijwel geen druk van milieuactivisten, omdat er eenvoudigweg haast geen zijn.
Al deze voordelen zorgen ervoor dat China voor veel lagere kosten groene technologie kan produceren. Zelfs als de VS besluiten om verder over te stappen op groene energie, dan kunnen Amerikaanse producenten nog steeds niet goedkoper produceren dan China.
Internationale dominantie
De Chinese overheid heeft wel vaker landen gepest die hun autoritair beleid niet willen volgen. Toen China de Senkaku-eilanden in Japan claimde, door te zeggen dat ze historisch tot China behoorden, stond Japan op tegen Beijing. Het resultaat was dat China de export van zeldzame metalen naar Japan stopzette.
China is de grootste producent van deze metalen en besloot om zijn dominante marktpositie te misbruiken om de eilanden van een ander land te claimen. Laat dit eens bezinken. Wat zal een autoritaire regering doen als het de energieproductie van de wereld controleert? Wat zal het land stoppen om hun dominante positie in de groene energiemarkt te gebruiken om andere landen op hun knieën te dwingen?
Als de wereld wenst over te stappen op groene energie, zorgt die er best voor dat China deze markt niet domineert. Anders zal de toekomst niet zo ‘schoon’ zijn als verwacht.