Deze week, tijdens het Nationaal Volkscongres in Peking, komen duizenden afgevaardigden en ambtenaren samen om een vooraf goedgekeurde wetgeving te bekrachtigen. Chinese ambtenaren hebben volgens The Washington Post de mogelijkheid aangekondigd van een verdere versoepeling of afschaffing van de geboortebeperkingen die al meer dan drie decennia van kracht zijn in China. De versoepelingen zijn nodig om een hardnekkige demografische crisis te bestrijden die de ambitie van het land voor de verdere groei op lange termijn bedreigt.
China acht zichzelf op de goede weg om de Verenigde Staten tegen 2028 te overtreffen als ’s werelds grootste economie. Toch heeft het land te kampen met een krimpende arbeidskrachtenpopulatie en daarnaast de snelst vergrijzende bevolking ter wereld. Uit gegevens die in februari door het ministerie van Openbare Veiligheid zijn vrijgegeven, blijkt dat het aantal geregistreerde geboorten in 2020 met 15 procent is gedaald. Toen Chinese gezinnen vorig jaar de opdracht kregen thuis te blijven vanwege de uitbraak van het coronavirus, hoopten de autoriteiten op een hoognodige babyboom. Uit deze recente cijfers blijkt dat het tegenovergestelde is gebeurd. “Dat is enorm. Dat zou betekenen dat het geboortecijfer in China vrijwel het laagste is in de moderne geschiedenis”, zegt Yong Cai, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill, aan The Washington Post.
Sombere demografische voorspellingen hebben de vrees aangewakkerd dat het land oud zal worden voordat het rijk zal worden. Volgens een schatting van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen zou de Chinese bevolking al in 2027 kunnen beginnen te krimpen, en zullen 65-plussers in 2025 tot 20 procent van de bevolking uitmaken. “Maar dit is niet iets wat je zomaar met eenvoudige beleidsmaatregelen terug kunt veranderen,” zei Cai. “Dit is waarschijnlijk nog uitdagender dan mensen dwingen geen kinderen te krijgen.”
Chinese leiders maakten in 2016 een einde aan het eenkindbeleid en lieten alle gezinnen toe om twee kinderen te krijgen. Sommige gebieden in de noordelijke provincie Heilongjiang staan koppels al toe om drie kinderen te krijgen. Maar desondanks is de hervorming er tot noch toe niet in geslaagd het geboortecijfer weer op te krikken.
De natuur zijn gang laten gaan
De één-kind-politiek was niet de enige manier hoe de CCP heeft geprobeerd de regels van de natuur om te buigen.
Nadat het communisme in China was doorgedrongen, legde Mao Zedong een nieuwe doctrine op die luidde: “strijd met de hemel, strijd met de aarde en strijd met de de mens”. Dit was compleet het tegenovergestelde van wat Lao Zi, de grondlegger van het Taoïsme, meer dan 2500 jaar geleden onderwees. Hij zei: “De mens volgt de aarde, de aarde volgt de hemel, de hemel volgt de Tao en de Tao volgt de natuurlijke weg.” Duizenden jaren lang had het Chinese volk in harmonie met hemel en aarde geleefd.
Mao was ervan overtuigd dat het volgen van “de natuurlijke weg” tot het verleden behoorde en hij legde het Chinese volk zijn eigen regels, normen en waarden op, gebaseerd op de communistische doctrine van het absolute materialisme en het absolute atheïsme. Het werd een tragedie, niet alleen voor de Chinese cultuur maar ook voor het Chinese volk, met ongekende rampen en catastrofes tot gevolg.
Een treffend voorbeeld is “de campagne van de vier plagen” die een van de eerste campagnes was van de Grote Sprong Voorwaarts in China van 1958 tot 1962. Mao gaf het bevel dat in het hele land vier plagen moesten worden uitgeroeid, namelijk ratten, vliegen, muggen en mussen. Mao vond dat mussen te veel graan en zaden op de velden aten en het leek hem rationeel om alle mussen te doden. Alle boeren, inclusief kinderen, werden gemobiliseerd om de vogels uit te roeien. Ze sloegen op trommels om de vogels af te schrikken en dwongen hen te vliegen tot ze stierven van uitputting. Mensen haalden mussennesten neer of schoten de mussen uit de lucht. Het resultaat van de campagne was dat de mussen in China bijna volledig uitgestorven waren. Het leidde tot een ernstige verstoring van het ecologisch evenwicht. Omdat er nergens nog mussen waren, werden de gewassen op de velden verwoest door sprinkhanen en andere insecten, omdat hun belangrijkste natuurlijke vijand er niet meer was. Het werd een regelrechte catastrofe. In de volgende drie jaar stierven 45 miljoen mensen als gevolg van economisch wanbeheer, de milieurampen en staatsterreur. In 1960 beëindigde Mao Zedong de campagne tegen de mussen en hij verlegde zijn aandacht op bedwantsen als ‘vierde’ plaag.
Mao Zedong wilde de natuur veroveren. Het resultaat was echter een hongersnood waarbij miljoenen levens verloren gingen.
Is er een korte termijn oplossing voor een lange termijn beleid?
Het ongedaan maken van de schade die de CCP heeft aangericht en het vinden van een weg terug naar een harmonieuze samenleving zal een enorme uitdaging zijn voor het Chinese volk.
Eind jaren ’70 probeerde de Chinese regering de natuur opnieuw te overmeesteren door het één-kind-beleid in te voeren. Het doel van dit beleid was de groei van China’s enorme bevolking te beperken. De regering legde enorme boetes op voor overtredingen, terwijl gedwongen sterilisatie en gedwongen abortussen een gangbare praktijk werden.
Op lange termijn heeft het opnieuw aangetoond dat de mens zijn eigen regels niet kan opleggen. Zelfs als de leiders de geboortebeperkingen zouden afschaffen, zal het effect op de bevolkingsgroei volgens demografen minimaal zijn. Vooral koppels uit de hyperconcurrerende steden, die ontmoedigd zijn door de kosten en de druk van het opvoeden van een kind, zien nu steeds vaker af van ouderschap.
Voor hen heeft het één-kind-beleid ook nog bijkomende uitdagingen met zich meegebracht. Een gemiddeld jong koppel, dat vaak al moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, wordt nu ook nog eens geconfronteerd met een omgekeerde piramide die bestaat uit tot wel vier ouders en mogelijk zelfs grootouders die enkel op hun steun zijn aangewezen. Ze worden hierdoor vaak gedwongen hun kinderwens uit te stellen.
Daar komt nog bij dat decennia van beperkte gezinsgrootte er ook toe hebben geleid dat veel potentiële ouders, opgegroeid in een eenkindgezin, nu gewend zijn aan kleine gezinnen. “Mensen hier willen niet eens een tweede kind, laat staan een derde of vierde. De ideeën over het krijgen van kinderen zijn fundamenteel veranderd”, zegt Wang Linbo, een bevolkingsdeskundige aan de Shenyang Normal University in de provincie Liaoning.